Zoete gedachten voor Edith op dit 3 november 2018.

Nee Edith, we vergeten je niet.

Gisteren reeds, 2 november, tedere gedachten voor de overledenen.

Ze zijn talrijk in een enkele familie. Op basis van twee, drie tot vier generaties per eeuw, naargelang de “voortplantings-cycli” van de families maakt dat een heel veel volk.

Ik herinner mij het vertrek van mijn grootouders, nonkels en tantes, van mijn ouders, van neven en nichten, broers, enkele vrienden, vriendinnen en kennissen. Bij elk heengaan, en volgens de graad van verwantschap, leert men stilaan het onbegrijpelijke, het onaanvaardbare beheren, men versterkt zijn vermogen om de rouw te dragen.

De rouw, een zo miskend begrip waarover slechts zeldzaam gesproken wordt, zowel in onze opvoeding als tijdens ons volwassen leven. Een gesprek dat nochtans een enorme steun zou kunnen betekenen wanneer dat wat wij onwrikbaar, eeuwig achtten, plots stilstaat.

Moet men een gradatie zien in de vernielende dimensie van een rouwproces in verhouding tot de affectieve nabijheid die men koesterde?

Voor jouw heengaan, heeft het overlijden van mijn mama mij het diepst geraakt.

Waarom? Hadden wij een heel nauwe affectieve band? Het is pas toen zij er niet meer was dat ik begrepen heb hoe sterk die band was…dat ik ingezien heb hoezeer ik heb mogen genieten van de liefdevolle relatie van een mama die mij altijd gesteund heeft, die mij aanmoedigde om mijn dromen te realiseren, om te vertrouwen in mijn eigen levenskeuzes.

Op 2 november volgt 3 november, de datum van jouw zelfdoding, Edith. Jouw mama heeft mij zopas geduid op het feit dat het nu al 7 jaar geleden is dat je ons verliet. Enkele dagen voor jouw 35e verjaardag.

Op een gewelddadige manier, als eindpunt van een aangekondigde catastrofe, alleen in een kamer binnen de muren van een psychiatrische instelling.

De aanvaarding in dat geval heeft de inzet gevergd van persoonlijke, intieme, uitzonderlijke, vrijwel viscerale, organische hulpbronnen.

Gesteund door een liefhebbende familie heb ik ervoor gekozen de rouw te vertalen in actie. Je zou dat ongetwijfeld geapprecieerd hebben. Eerder dan in eigen leed te blijven dobberen, werd geopteerd voor actie door het initiatief voor deze website, gewijd aan jouw strijd, Edith. Getuigen en nog getuigen over wat jij gedeeld hebt, nog en nog en steeds opnieuw.

Actie voor meer luisterbereidheid voor het psychisch lijden. Een onbevooroordeeld gehoor voor mensen die ondraaglijk psychisch lijden en voor hun naasten.

Nee Edith, je hebt ons nooit verlaten.

De herinnering aan jouw leeft nog heel intens in ons.

Papa en mama.

03 november 2018.

 

Enkele berichten op Facebook op 03 november 2018 ontvangen :

PVdH: Wat kunnen we daar nog aan toevoegen Pierrot? Jouw tekst confronteert door schoonheid en verdriet … Ik was 5 jaar toen mijn moeder werd opgenomen in een hospitaal die ze nooit meer verliet. Er volgden nog meer sterfgevallen van familieleden, vrienden en de angst om het al dan niet goed beheren van het rouwproces groeide met de jaren…. Om dit te overstijgen heb ik ervoor gekozen alles te verzwijgen en de tranen, de woede en het verdriet te verdringen… ik voel me gegrepen door je rake bewoording en ik dank je voor die ontroerende boodschap … mijn gedachten gaan uit naar u en naar uw familie.
Pierrot Vincke: Veel mensen zullen zich nauw verbonden voelen, heel nauw verbonden met jouw diepzinnige getuigenis PVdH. Bedankt dat je die wou mee-delen. Ja mettertijd heb ik geleerd/begrepen dat de aanvaarding voor een groot deel resulteert uit ons vermogen tot het verwoorden van dat wat we  in onze opvoeding leerden verzwijgen. Die verdongen gevoelens uiten, zinnen formuleren om ze uit te drukken, om ze mee te delen, bieden telkens gelegenheden om rechtmatig leed in woorden om te zetten, woorden die het ons mogelijk zullen maken wat we ervaren beter te begrijpen en vooral ons te bevrijden door te aanvaarden dat de dood deel uitmaakt van het leven, maar vooral dat we het recht hebben te rouwen om onze dierbaren. In mijn opvoeding gold volgende regel: “nee, een jongen weent niet”. Later heb ik begrepen dat tranen niet getuigen van zwakheid maar wel van kwetsbaarheid. Ja, wenen om het heengaan van een dierbare, doet deugd en bevrijdt lichaam en geest.


HR: Dank U Pierrot en Mady voor die trefzekere woorden, recht uit het hart, uit het diepste ik…


AL: In gedachten ben ik bij jullie. Ik kende Edith niet. Maar zoveel prachtige vrouwen uit jullie familie. Zij kon niet anders dan ook een prachtig Mens te zijn. Nadat mijn broer zich had opgehangen, heb ik me lange tijd bodemloos gevoeld. Heel mooie getuigenis. Zoveel moreel lijden waarover men niet mag spreken. Die je stilaan ondermijnen.  Zelfs als men ons geleerd heeft te relativeren. Te zwijgen. De schijn hoog te houden. Niets te laten blijken. Dan wenen we ’s nachts, alleen, in stilte. Of we bidden als we dat kunnen. Of we drogen onze tranen om ’s morgens weer op te staan et zo goed mogelijk verder te leven.
Pierrot Vincke: Het is inderdaad zo, AL, dat het aanvaarden van  een “natuurlijke” dood “op latere leeftijd” na een “voltooid leven”  al heel wat inspanning en zelfreflexie vergt om het te kunnen “aanvaarden” of tenminste om er te “leren mee leven”. Wat dan met het aanvaarden van andere vormen van “natuurlijke” dood … in utero…bij de geboorte…als baby…jonge kinderen…adolescenten…jong volwassenen…ouders in de fleur van hun leven…? Zoveel lijden!  Wat dan met de zelfdoding van een vriend, van een kennis, een naaste, een broer of zus, een eigen kind…  Er rusten zoveel taboes op de dood. Nog meer taboes op zelfdoding. Ja, AL, wat je schrijft raakt me diep in het hart. ’s Nachts wenen, in eenzaamheid. ’s Morgens zijn tranen drogen om te doen alsof er niets gebeurd was. Gelukkig dat Edith mij geïnspireerd heeft, dat over haar getuigen mij in contact bracht met andere mensen op eenzelfde lijdensweg. Dat ik met hen kon communiceren, ook met mensen die overweldigd worden door suïcidale gedachten evenals met hun naasten die, tegenover zo’n wanhoop, niet meer weten wat doen.  Ik heb dit schaamtegevoel moeten overwinnen om in het openbaar – soms voor een groot aantal toehoorders- mijn wanhoop uit te drukken: dat werd de aanzet tot een “herstel”. Daaruit heb ik geleerd dat men moet praten en de anderen aanmoedigen om te praten. Nee, spreken over de dood van een naaste en meer nog als het gaat om de zelfdoding van een naaste, is niet besmettelijk. En ja, er niet over spreken kan gevaarlijk zijn. Dank voor jouw woorden.
AL: Dank U Pierrot Vincke. Spreken helpt inderdaad. Onze kinderen zijn zo kwetsbaar. En zij die geacht worden hen te helpen zijn dikwijls zelf machteloos.

 

ND: Ik herinner mij de kleine Edith in Dakar … een zonnekind…Ik omhels jullie heel innig, Pierrot en Mady. We delen die ongewone  ervaring, de zelfdoding van een naaste. Jouw woorden zijn helend!


AP: Ik bewonder de moed van diegenen die het onzegbare proberen te verwoorden en de kracht van wie hun stem en hun gehoor lenen aan de meest machteloze en kwetsbare mensen. Dank U Pierrot en Mady voor jullie edelmoedigheid jegens allen.


ID: Wat kunnen we zeggen om, al was het maar een heel klein beetje, jullie pijn te verzachten? Alleen maar dat ik aan jullie denk en dat ik jullie moed bewonder.